Een wonderlijk mooi gebied: de legakker in een klassiek Hollands slagenlandschap. Het programma: een familiehuis voor een gezin met twee opgroeiende kinderen. Het bouwterrein aan twee zijden begrensd door water. De omgeving is de inspiratie voor het ontwerp: lineair, eenlaags, ingetogen, iets opgetild boven het drassige veen, volop profiterend van de ruime blik over het water en de landtong met het perspectief van een monumentale hemelboom en een rij volgroeide metasequoia’s aan de oever.

Het project vervangt een woonhuis uit de jaren ’60 en beoogt een nul-op-de-meter gebouw te zijn dat - cumulatief- zijn eigen energie opwekt met PV-panelen en warmte-koudeopslag. In de garage zijn oplaadpunten voor elektrische auto’s voorzien. Het huis is gemaakt van recycleerbare ‘cradle-to-cradle materialen.

Het woonhuis is als een geheel ontworpen met het bijgebouw. Privacy wordt gewonnen door de L-vorm van twee nagenoeg dichte wanden die in donker hout zijn uitgevoerd. In deze wanden (noord en oost) zijn enkele ramen en de inspringende entree opgenomen. Neggekanten van de ramen en dunne horizontale tussenstroken hebben een kleuraccent De beide andere zijden (zuid en west) zijn transparant, met in vloer en plafond weg-gedetailleerde schuifwanden en ventilatiestroken op regelmatige afstand. Bij deze transparante gevels is het dak overkragend, met een dunne dakrand. Het bijgebouw is opgebouwd uit twee dichte langswanden van hetzelfde materiaal en opent zich naar de tuin.