Kraaijvanger Architects
Blaak 40
3011 TA Rotterdam
De organisatie van kleinschaligheid
De opgave voor Campus Porteum in Lelystad was er één in de categorie ‘too big to fail’. Al het toekomstig middelbaar onderwijs moest op deze locatie in de Rietlanden samenkomen.
Hoe combineer je de onvermijdelijk grote schaal van de opgave met de wens begrijpelijke, herkenbare en beheersbare eenheden te realiseren? Hoe vind je de juiste balans in expressie tussen eenheid en diversiteit? En hoe kun je de campus optimaal laten profiteren van het mooie, omringende landschap?
Grote vragen die ook nog een binnen de kaders van huidige en toekomstige onderwijsvernieuwingen in de gebouwen beantwoord dienden te worden: een mix van grote en kleine ruimten, open en gesloten, met eenheden (deelscholen) van ca. 250 leerlingen. Technisch gesproken moest Campus Porteum een energieneutrale school worden (EPC < 0) en een gezonde omgeving bieden, volgens de principes van Cradle-to-Cradle en Frisse Scholen.
Eenheid in diversiteit
Het geheim van een goede oplossing was in de titel van het project besloten: de 'campus' is een concept dat in Lelystad kan uitgroeien tot een voorbeeldproject. De campus (Latijn voor ‘veld’) heeft twee belangrijke kenmerken:
Het schaaldilemma is opgelost door een goede opeenvolging van schaalniveaus. Elders in Lelystad bestaat er tussen het megablok en het rijtjeshuis nauwelijks een tussenschaal. Hier is sprake van een opeenvolging van schalen:
Per schooldeel is er een dubbelhoge gemeenschappelijke ruimte in de tuin. Zes min of meer autonome eenheden van 650 leerlingen rond een middenatrium aan een schoolplein: kenbaar en beheersbaar.
Tussen de scholen zitten verbindende vleugels, en, in het geval van het VMBO, een techniekhal. De gevels zijn transparant regelmatig. Elk schooldeel heeft zijn eigen kleurpalet. De twee scholen, VMBO en een HAVO-VWO hebben elk een iets afwijkende gevelafwerking, respectievelijk goud en koperkleurig aluminium.
Groot, niet complex
'Keep it simple' was ons motto in het ontwerpproces. De opgave is daardoor groot en divers, maar niet complex. Het gaat vooral om de bouwstroom van de 7 gebouwen in de vrije omgeving zoveel mogelijk te optimaliseren.
De ‘bloem’ houdt stand
Het concept van het prijsvraagontwerp is sterk gebleken. Behalve kleine aanpassingen in de opzet, de positionering in het landschap en de functionele uitwerking is het concept ongewijzigd gebleven. De 'bloem’ met 7 verschillende scholen die elk in principe autonoom kunnen functioneren, spreekt iedereen aan en is een bron van inspiratie bij de uitwerking. Tegenover de diversiteit van de vorm is de uiterlijke expressie regelmatig, transparant en sober gehouden.