Kraaijvanger Architects
Blaak 40
3011 TA Rotterdam
Het monumentale Stationspostgebouw in Den Haag , ontworpen door rijksbouwmeester Bremer in 1939, heeft een nieuw en toekomstbestendig interieur. In de vorige eeuw laadde en loste PostNL hier de posttreinen, nu stapt het bedrijf op deze historische plek de toekomst in. Het rijksmonument is omgevormd tot een tijdloze en vernieuwende werkomgeving. Het ontwerp speelt in op de behoefte van de opdrachtgever aan een nieuwe omgeving die ten dienste staat van een flexibele samenwerking, flexibel gebruik en welzijn van de medewerkers en gasten. Deze ingrediënten zijn vertaald naar een sociaal landschap; een omgeving voor werken, onderzoek en ontwikkeling, gericht op uitwisseling en verbinding; samen werken, zijn, doen, leren, voelen en vieren.
Een kantoor als een huis, niet volledig open, niet volledig flexibel
In de meeste kantoren zijn de clusters van werkgroepen, hun omvang en functies, allemaal onderhevig aan (vaak onvoorspelbare) veranderingen. Veel kantoren zijn te gesloten en te geïsoleerd of volledig open en te veel blootgesteld zonder privacy en met veel geluidsoverlast. Als een werkruimte te afgesloten of te open is, kunnen we niet effectief werken. In een goede werkruimte draait het allemaal om evenwicht. Wij introduceerde daarom de typologie van een huis binnen een groot kantoorgebouw; een huis heeft namelijk veelal gedeeltelijk afgebakende ruimtes en een diversiteit aan kamergroottes, op een verschillende manier aan elkaar verbonden. Door deze structuur in het gebouw te implementeren is de werkomgeving toekomstbestendig door de hoge graad van multifunctionaliteit in gebruik en de inrichting van de verschillende ruimten. Hierdoor is de werkomgeving langdurig (zonder of met beperkte verbouwingen) geschikt voor de inpassing van nieuwe werk- en overlegvormen en veranderende teamgroottes. De ruimtelijke structuur van het interieur ondersteunt als het ware de sociale structuur van de gebruikers. Dus of je nu alleen geconcentreerd aan het werk wil of juist wil overleggen of brainstormen zonder dat anderen hier last van hebben, het is allemaal mogelijk binnen dezelfde ruimte.
Het monumentale gebouw heeft een bijzondere ruimtelijke opzet en sfeer: diepe vloervelden, de gevel van overwegend glazen bouwstenen en krachtige constructie-elementen. Het is een gebouw in de typerende stijl van Bremer: fors, compact en zonder ornamenten. Daarbij is ook de invloed van J.J.P. Oud, een architect die Bremer erg waardeerde, duidelijk zichtbaar. Het gebouw is in de jaren '90 door Kraaijvanger gerestaureerd, en is nu ingrijpend verbouwd in een samenwerking van KCAP voor de casco renovatie en Kraaijvanger voor het interieur. Een statig gebouw dat opvalt door zijn grote afmetingen, de T-vormige plattegrond en de brede stroken van vensters en Leerdamse glazen bouwstenen die de verdiepingen aangeven.
Aan de oorspronkelijke hoge verdiepingen zijn nieuwe mezzanine niveaus toegevoegd, verbonden door grote vides in het centrum zodat daglicht diep in het gebouw kan doordringen. Het was een bijzondere uitdaging om zoveel mogelijk gebruik te maken van daglicht maar tegelijkertijd de zeer grote verdiepingen op te delen in kleinere, intiemere eenheden. Het bijzondere gebouw is leidend geweest bij de ‘mapping’ van activiteiten gekoppeld aan de verschillende gebieden in het interieur; dynamische en informele zones rond de vides voor ontmoetingen, informele en formele zones voor samenwerken en overleggen met daaromheen - open, semi open en besloten – ruimtes. En tevens een meer rustige periferie waar men individueel en in alle rust kan werken in het smalle bouwdeel.
In het verlengde van de vides, die parallel aan de gevel lopen, zijn over de lengte van het gebouw ruimten van verschillende grootte gecreëerd voor activiteiten die een gesloten schil vereisen. Om deze ruimten te ontsluiten zonder de omgeving te verstoren, zijn op de centrale as straten gerealiseerd. Deze straten accentueren de krachtige constructie over een lengte van bijna negentig meter. Deze straten zijn dynamisch en lopen hier en daar over in pleinen en tuinen; plekken om elkaar te ontmoeten. Deze 'dynamische zones' zijn open en liggen altijd op de raakvlakken van de hoofdroute. Mensen lopen voortdurend door de ruimte, maar omdat de route aan één kant ligt, worden ze niet gedwongen te stoppen. Zo is er voor elke behoefte een plek en de ruimte om rond te lopen of je direct op je werkplek te vestigen.
Het gebouw heeft een sterk ritme met traveeën van 5,85 m, elk verdeeld in drie gelijke delen van 1,95 m. Dit ritme bepaalt het interieur, het is de sleutel tot een comfortabele, kleine schaal van het interieur. Deze ruimtelijke structuur is een cruciaal element in het interieurontwerp en integreert vele vereisten: privacy, lichttransmissie, akoestische demping, gefilterde transparantie, zonedefinitie, ruimtelijk effect, technische autonomie en materiaalexpressie. De indeling definieert groepsgroottes van 2 tot 12 werkplekken. Deze clusters mogen niet te groot worden, om het open kantoorlandschap te vermijden. Het meubilair versterkt de keuze tussen samenwerken of individueel werken, evenals de diversiteit. Het semi-transparante ontwerp van deze structuur maakt het mogelijk om in elke werksituatie de saamhorigheid te bewaren.
Een omgeving waar je graag verblijft
Onze omgeving heeft grote invloed op hoe we leren, werken en leven en op hoe we denken en voelen. Velen van ons werken in een ruimte die ons denken niet effectief versterkt. De plek waar we werken lijkt vaak niet van belang en we moeten in staat zijn productief mentaal werk te verrichten, ongeacht de omgeving. Tevens kost een doordacht ontwerp tijd en geld, en is er altijd de druk om snel te bouwen en kosten te besparen. De vraag aan ons was; Is het mogelijk een werkomgeving te ontwerpen die onze capaciteiten ondersteunt?
Voor het interieur van stationspostgebouw is er gezocht naar een representatieve architectuurtaal ter versterking van het monumentale pallet. Om een zo prettig mogelijk werkomgeving te creeeren zijn er in het interieur voornamelijk natuurlijke en technische materialen gebruikt, zoals resp. hout, leemstuc, baksteen van reststromen, textiel en magnetisch grijs gekleurd glas, aluminium, zelfhelend staal en terrazzo gemaakt met een biobased binder. Het ontwerp is bepaald door materiaal, en deze spreken voor zich en zijn onverhuld en ongedecoreerd toegepast. Ze mogen er zijn. Het resultaat is een krachtige samenwerking van constructieve expressie en een unieke mix waarin de bestaande architectuur en nieuw interieur elkaar versterken.
De waarde van de historie van het gebouw zijn vertaald naar het interieur; geen ornamenten maar een eerlijke en simpele toepassing van materialen. De functie is afleesbaar aan de vormgeving. Materialiteit is tezamen met de organisatie van de kleinere schaal geïntroduceerd om functies, zones en routing te definiëren met als doel optimaal gebruik maken van ruimte door de gebruikers, op een natuurlijke wijze. Een goed werkend gebouw valt gebruikers niet op, een niet goed werkend gebouw wel. Het interieur van onze werkomgeving heeft decenia lang aan andere eisen moeten voldoen dan de huidige tijd van ons vraagt. Een prettige, gezonde en estetische werkomgeving wordt langzamerhand erkent als bevordelijk voor ons werkproces.
Monument en interieur vormen tezamen een unieke beeldtaal voor het nieuwe thuis van PostNL. Een interieur dat niet oranje kleurt zoals de huisstijl van het bedrijf had kunnen instrueren maar toch onmiskenbaar PostNL is. Een tijdloos interieur waar mensen zich thuis voelen, vandaag en ook nog over 15 jaar. Een plek waar je graag bent, zoals thuis.
Publicaties:
Frame: A functionalist Dutch landmark has become a HQ for modern day
Dezeen:KCAP and Kraaijvanger Architects transform postal warehouse into "monumental" offices
Hoofdkantoor PostNL in Stationspostgebouw Den Haag opgeleverd